Hoe werkt nucleaire geneeskunde?

De nucleaire geneeskunde maakt gebruik van radioactieve isotopen, ook wel radio-isotopen genoemd. Dat zijn atomen met een instabiele kern, wat ervoor zorgt dat ze straling uitzenden. Ze worden in ziekenhuizen ingezet bij de diagnose en de behandeling van ziekten. Bij nucleaire geneeskundige behandelingen worden de radioactieve stoffen ingespoten of ingenomen in het lichaam van de patiënt. Ze bewegen dan via het bloed naar bepaalde organen die inwendig bestraald worden.

Radiotherapie

Radiotherapie is nauw verwant met nucleaire geneeskunde. Bij radiotherapie maakt men gebruik van gerichte ioniserende straling. Die kan uitwendig worden toegediend (externe radiotherapie) of inwendig (interne radiotherapie), maar zonder dat de stoffen vrij kunnen bewegen in het lichaam.

Diagnose en behandeling

Nucleaire geneeskunde is erg belangrijk voor de medische beeldvorming of diagnostiek. Het voordeel van radioactieve stoffen is dat ze eenvoudig terug te vinden zijn door de straling die ze uitzenden. In de nucleaire diagnostiek volgt men het spoor van een zogenaamde tracer. Een lage dosis van een radioactieve stof wordt ingebouwd in een geneesmiddel. Dit middel bindt zich aan een bepaalde receptor die een relatie heeft met een bepaald ziekteproces. Zo'n tracer is met een speciale camera gemakkelijk te volgen in het lichaam, waardoor de precieze plaats en aard van een ziekte kan gevonden worden. We spreken van 'radiotracers' wanneer de isotopen gebruikt worden om medische beelden te maken. Artsen kunnen op deze manier 'een kijkje nemen' in ons lichaam, zonder dat er een chirurgische ingreep aan te pas komt. Zo kunnen ze vroegtijdig tal van ziekten opsporen, daar waar andere onderzoeken tekortschieten.

Hoewel de nucleaire geneeskunde hoofdzakelijk gebruikt wordt om diagnoses te stellen, is ze ook van vitaal belang voor de behandeling van ziekten. Men spreekt in dat geval van metabolische radiotherapie, omdat men gaat ingrijpen in de menselijke cellen die men wil behandelen. De toegepaste dosering is veel hoger dan bij de diagnostiek.

Bij metabolische radiotherapie maakt men gebruik van een specifieke straling (bèta- en gamma) met een kort bereik. De radio-isotopen richten zich enkel op de zieke cellen om deze te vernietigen. Door de juiste isotoop deel te laten uitmaken van een slim gekozen radiofarmacon, beperkt men de schade aan omliggende gezonde cellen terwijl de zieke cellen worden gedood.

Deze techniek wordt vooral gebruikt om diverse vormen van kanker en schildklieraandoeningen te behandelen.

Protontherapie

Protontherapie is een innovatieve vorm van radiotherapie die heel gericht kwaadaardige tumoren bestraalt, waardoor gezond weefsel veel minder wordt aangetast. Het verlaagt ook het risico op een nieuwe tumor, uitgelokt door de bestraling zelf. In tegenstelling tot meer klassieke bestraling door radiotherapie, is protontherapie dus heel gericht. De gezonde cellen die zich in de onmiddellijke omgeving van een tumor bevinden, blijven dus intact bij een behandeling met protontherapie.

De radio-isotopen richten zich enkel op de zieke cellen en vernietigen die, zonder daarbij het omliggende gezonde weefsel aan te tasten.

Hoe bestrijdt kerntechnologie kanker?

Nucleaire geneeskunde is essentieel in de bestrijding van kanker.

De bestraling kan van buitenaf worden toegediend, zonder dat er een chirurgische ingreep aan te pas komt. Of de straling kan afkomstig zijn van een radioactieve stof die in het lichaam van de patiënt wordt ingebracht, in de onmiddellijke nabijheid van de kankercellen. Beide technieken dienen echter hetzelfde doel: het DNA van specifieke kankercellen beschadigen waardoor ze zich niet meer kunnen vermenigvuldigen.