Controle op nucleaire transporten

Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) is verantwoordelijk voor het toezicht over elk transport van radioactieve stoffen op Belgisch grondgebied. Om een betrouwbaar transport van nucleair materiaal te garanderen, is het cruciaal om strenge maatregelen na te leven en geregeld controles uit te voeren.

FANC als nucleaire waakhond, ook voor transporten

Het FANC past de aanbevelingen van het internationaal atoomenergieagentschap (IAEA) nauwgezet toe. Het regelt elk transport van radioactieve stoffen in België.

  • Het schrijft transportvergunningen uit en certificaten voor validatie van vrachten.
  • Het organiseert de opleiding voor chauffeurs.
  • Het schrijft de certificaten uit van Veiligheidsadviseur klasse 7 (vervoer radioactieve stoffen).
  • Het voert jaarlijks meer dan 100 inspecties en 200 controles uit van wegvoertuigen, treinen, boten en vliegtuigen.

Twee belangrijke actoren: de verzender en de transporteur

De verzender staat in voor de veiligheid van de colli. Hij moet erop toezien dat alle reglementaire voorschriften en veiligheidsgaranties gedurende de hele transportketen worden nageleefd: van de keuze van de verpakking en de voorbereiding van de colli tot de lading, het vervoer en het uitladen.

De transporteur is verantwoordelijk voor het veilige vervoer. Hij volgt de reglementaire voorschriften die de verzender hem oplegt. Hij moet een vervoersdocument opstellen met onder meer een beschrijving van de lading, een lijst van de belangrijkste radio-isotopen en het type vracht.

De colli worden getest in extreme omstandigheden

Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) heeft de verschillende types van colli en de bijbehorende veiligheidscriteria opgelijst, dit volgens de eigenschappen van de materialen die vervoerd moeten worden.

  • Ze moeten voldoende resistent zijn tegen de intensiteit van stralingen.
  • Ze worden gedurende een uur gemeten op twee meter afstand. De stralingsdosis mag nooit de 0,1 millisievert overschrijden.
  • De transporten en colli moeten duidelijk voorzien zijn van de nodige signalisatie zodat nooddiensten onmiddellijk weten hoe ze moeten optreden.
  • Grote colli worden onderworpen aan twee tests: een vrije val van 9 meter hoogte op een onvervormbaar oppervlak en een val van 1 meter op een puntig voorwerp. Achteraf mogen de colli geen lekken of deuken vertonen.
  • De colli moeten ook gedurende een half uur bestand zijn tegen een warmte van 800 °C en tegen volledige onderdompeling in water.
  • Daarnaast zijn er ook maatregelen om het transport te beschermen tegen diefstal, sabotage of andere kwaadwillige handelingen. Deze maatregelen zijn confidentieel. Zo worden de data waarop transporten plaatsvinden nooit publiek bekendgemaakt en worden sommige transporten begeleid door de politie, bijvoorbeeld wanneer er protest is tegen het vervoer.

Transport van radioactief afval

Het transport van radioactief afval maakt maar een klein deel uit van het radioactief transport in België. We spreken over hooguit tweehonderd transporten per jaar. Het is de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen (NIRAS) die instaat voor het beheer en de veiligheid van het kernafval. Net zoals bij andere colli steunt het veiligheidsprincipe op de afscherming van ioniserende stralen en de insluiting van radioactieve stoffen.

De transportmethode hangt af van het type radioactief afval: laagactief afval enerzijds of middelactief en hoogactief afval anderzijds.

Laagactief afval wordt geproduceerd bij de dagelijkse activiteiten in kerncentrales en bij de productie en het gebruik van radio-isotopen. Het gaat hier om beschermende kleding, filters van ademhalingsmaskers en medisch afval. Meestal wordt dit afval verzameld in plastic zakken of containers.

Middelactief en hoogactief afval is vooral afkomstig van de productie van kernenergie, het onderzoek naar kernbrandstof en de opwekking daarvan. Dit type transport vindt niet elk jaar plaats en er komt een specifieke voorbereiding aan te pas.

Wanneer het kernafval gesorteerd, geïdentificeerd en goedgekeurd is, wordt het naar Belgoprocess gebracht (filiaal van NIRAS) in Dessel. NIRAS is verantwoordelijk voor het vervoer ervan en coördineert het transport met gespecialiseerde bedrijven.

Transport van radio-isotopen: een race tegen de klok

Ongeveer 90% van het radioactieve materiaal dat in België wordt vervoerd, is afkomstig van de medische sector. Radio-isotopen zijn onmisbaar geworden voor medische diagnoses en behandelingen. Meer dan 30 miljoen mensen wereldwijd hebben er jaarlijks baat bij. Maar het transport van radio-isotopen is erg delicaat. Het moet aan strenge normen voldoen: zowel voor de veiligheid van het personeel als voor de kwaliteit en doeltreffendheid van het vervoerde product. En dat allemaal in een recordtijd.

De gespecialiseerde Belgische transportfirma TRANSRAD (Fleurus) verzorgt het transport van dergelijke gevoelige radioactieve stoffen. Ook Het Mechelse bedrijf ISI (Isotopes Services International) en DHL zijn twee bedrijven die dit gespecialiseerde transport in België en de rest van de wereld voor hun rekening nemen. De luchthaven van Zaventem is overigens een belangrijke internationale hub voor de verdeling van radio-isotopen wereldwijd.

Te land, ter zee en in de lucht

De twee belangrijkste vervoerswijzen voor radioactief materiaal in België zijn het weg- en het luchtvervoer.

Over de weg vinden dagelijks ruim honderd transporten plaats, via de lucht zijn dat er meer dan tien per dag. 90% daarvan zijn radiofarmaceutische producten met een korte levensduur die over lange afstanden moeten worden vervoerd.

Het zeevervoer verloopt hoofdzakelijk via de haven van Antwerpen (drie tot vier transporten per week). 95% daarvan zijn stoffen die gebruikt worden in de fase die voorafgaat aan de splijtstofcyclus.

Transporten over het spoor vinden een keer per week plaats. Die vervoerswijze wordt vooral ingezet voor zware en omvangrijke colli. 90% van die transporten zijn stoffen die gebruikt worden in de fase die voorafgaat aan de splijtstofcyclus, 10% heeft te maken met het proces erna.

De bevaarbare binnenwateren worden in België niet gebruikt voor het vervoer van radioactieve stoffen.